Omdat de sport bij uitstek geschikt om onze impact te realiseren. Basketball is ‘urban’ én ‘college’. Net als in de beste competities ter wereld kunnen kinderen van elke achtergrond meedoen en de sier maken in het spel. Wij gaan nog een stapje verder. Iedereen doet mee. Cool, streetwise, dynamisch. Maar wel altijd met respect.



 

We beginnen bij de interesse van het kind. Als het nodig laten die lekker even dollen en uitrazen voordat we beginnen. Heeft iemand een liedje in zijn hoofd en wil die eerst een dansje doen als warming up? Prima, dan doen we mee dan gebruiken we dat als aanknopingspunt. En dan komt de bal tevoorschijn. Dan wordt het dansen met de bal en vanzelf gaan we basketballen. Kortom: we starten waar het kind start. Door die aanpak, door te beginnen waar het kind zijn beginnetje maakt, krijgen we iedereen gemotiveerd in beweging. Elke keer weer.

 

Zo houden we de kinderen ook betrokken. We prikkelen de bredere interesse en geven de ruimte om dat te laten zien waardoor het volgende keer weer wil komen. We zien dat die aanpak ook zorgt dat kinderen betrokken willen worden bij hoe de rest van de activiteiten eruit gaan zien. Wat we gaan doen en hoe we het gaan doen. Zelfs zo dat zij zelf een rol krijgen om het samen te organiseren.

 

Dat komt door de diversiteit van de groep, doordat we geen vastgestelde meetlat hanteren en er niet ‘gescoord’ wordt. We geven ieder kind de mogelijkheid zijn eigen ambities en skills te ontdekken.

 We draaien geen lesprogramma af maar scannen continu de groep af wat de aanknopingspunten zijn om weer een stapje extra te maken.

 

 

​

Bovenstaande vraagt een andere  aanpak, andere vaardigheden en vooral een brede interesse van onze trainers. Wij bereiden onze trainers zelf voor op hun bijzondere verantwoordelijkheid. Door onze aanpak vragen we meer van kinderen dan alleen te sporten.

 

Daarom vragen we ook meer van onze trainers. We trainen onze hen om meer te zien dan wat er op de oppervlakte zichtbaar is. Zien we dat er een kind een extra duwtje nodig heeft in de ontwikkeling, dan doen we dat. En zien we dat er meer nodig is dan geven we zo nodig een duwtje in de richting van anderen die zouden kunnen helpen.